2020: BIJNA (WERELDWIJD) HET WARMSTE JAAR OOIT
OVERZICHT
Klimaatsverandering. De kranten staan er vol van. Een doorzettende trend? Is het echt waar? Jawel, door opwarming was er dit jaar nog nooit zo weinig ijs in het noordpoolgebied. Maar niet alleen opwarming in het noordpoolgebied. Door de recordhoeveelheid broeikasgassen warmde de gehele aardkloot op en volgens de Wereld Meteorologische Organisatie kwam het jaar 2020 wereldwijd in de top drie terecht. Is dat ook van toepassing voor onze omgeving? Het antwoord is een volmondig ja. Met een gemiddelde van 11,2 graad werd er een TWEEDE plaats behaald. Het WARMTERECORD (11,5 graad) van het meteojaar 2014 bleef onaantastbaar en de derde stek wordt nu ingenomen door het meteojaar 2007 met 11,1 graad. Opwarming en wees eerlijk. De laatste jaren stellen onze winters niks meer voor. In de lente en met name in de zomer wordt er steeds meer geklaagd over droogte en langduriger hitte, dus een lage grondwaterstand. En vergeleken met de langjarige gemiddelden scoren/scoorden alle maanden alleen maar (dikke) plusjes. Net bêst.
TEMPERATUUR
Er kwam dus een etmaalgemiddelde uit de bus van 11,2 graad. Gewoonlijk hoort het 9,7 graad te zijn. Vorig jaar kwam de temperatuur uit op … 10,9 graad. Van de 12 maanden waren er 2 aan de (iets) te koude kant. Dit waren mei en juli. De rest bleef (ver) boven de normale streep. Koudste maand van het jaar werd december 2019 (5,4 graad). Daartegenover stond augustus als warmste maand met een gemiddelde van 20,1 graad. Februari boekte het grootste warmteoverschot met 3,5 graad gevolgd door januari met 3,1 graad. Een grote negatieve afwijking was weggelegd voor juli met 1,1 graad.
De verdeling over de seizoenen:
WINTER 5,8 (+2,9 graad)
LENTE 9,6 (+0,6 graad)
ZOMER 18,0 (+1,3 graad)
HERFST 11,4 (+1,1 graad)
NEERSLAG
In onze regio kwam de jaarsom van de neerslag uit op 867,8 mm tegen ongeveer 923 mm gebruikelijk. Vorig jaar kwam er 832,1 mm naar beneden en in 2018 was dat 710 mm. De maand met de minste neerslag werd april. Er viel slechts 10,1 mm. Aan de andere kant van de medaille prijkten februari met 169,8 mm en oktober met 126,7 mm. Van de 12 maanden waren er 3 aan de (veel) te natte kant, te weten februari, juli en oktober. Augustus gedroeg zich vrij normaal en de rest was (veel) te droog. Wat betreft de seizoenen was de winter veel te nat en kregen de lente, de zomer en de herfst het predicaat (veel) te droog.
ZONNESCHIJN
Het aantal uren zonneschijn in het oosten van Friesland bedroeg 1964. Vorig jaar scheen het hemellichaam 1855. Normaal is 1614 uren. De zonnigste maand van dit jaar werd mei met 302 uren, gevolgd door april met 282 uren. Het minst scheen de zon in januari, namelijk 36 uren. In januari (22 uren), februari (21 uren), juli (24 uren) en oktober (28 uren) werd een negatieve afwijking vastgesteld en de rest van de maanden was veel te zonnig. April tekende een overschot op van 103 uren en mei 86 uren.
De verdeling over de seizoenen:
WINTER 178 (15 uren te weinig)
LENTE 787 (269 uren te veel)
ZOMER 636 (42 uren te veel)
HERFST 363 (54 uren te veel)
CIJFERS JAAR 2020
* Rottevalle per oktober 2020 gestopt en derhalve niet opgenomen in de jaarcijfers!
DATA WeatherLink DRACHTEN-W
Tekst: Jelle Booi