2021: BEHALVE DE NEERSLAG, EEN VRIJ NORMAAL JAAR
Het artikel van 2020 opende met een stukje schrijven over klimaatsverandering. Nog steeds is het een hot item en de opwarming is ook nog niet tot stilstand gebracht. Zodoende scoorden vorig jaar alle maanden (dikke) plusjes, maar hoe was het eigenlijk dit jaar? Een doorzettende trend? Ten eerste berekenen we om de tien jaar nieuwe langjarige gemiddelden. Afgelopen jaar was het zover en de conclusie moge duidelijk zijn. Elke maand kende een opwarming van ongeveer 0,5 graad. Hogere normalen dus minder plusjes of minder hoge plusjes? Waarschijnlijk wel, maar, ten tweede, vergeet niet, het ene jaar is het andere jaar niet. De afgelopen twee jaren waren we droogte en hitte gewend, maar in een opwarmend klimaat zullen ook altijd nog wel uitschieters naar beneden voorkomen. Afgelopen jaar was zo’n jaar (vier maanden waren (veel) te koud) en het ging dus niet zoals de meesten het graag zouden willen hebben. Oké, het winterde wat meer dan de afgelopen jaren, maar de vreselijk koude lente kon ons gestolen worden. En bovendien volgde ook nog een zeer wisselvallige, niet al te warme, zomer met plaatselijk zware buien. Klaag, klaag en terecht? We mochten dan het koudste meteorologische jaar sinds 2015 meemaken, echter de uit de bus gekomen 10,2 graad geldt als HEEL NORMAAL. Stel dat we écht eens een koud jaar gaan meemaken. Poeh, dat zou een hoop gezeik opleveren.
TEMPERATUUR
Er kwam dus een etmaalgemiddelde uit de bus van 10,2 graad en dat is overeenkomstig normaal. Vorig jaar kwam de temperatuur uit op … 11,4 graad. Van de 12 maanden waren er 4 aan de (iets) te koude kant. Dit waren januari, april, mei en augustus. Januari en februari hadden een vrij normale temperatuur en de rest bleef (ver) boven de normale streep. Koudste maand van het jaar werd februari (2,6 graad). Daartegenover stond juli als warmste maand met een gemiddelde van 18,4 graad. Juni boekte het grootste warmteoverschot met 1,7 graad gevolgd door september met 1,4 graad. Grote negatieve afwijkingen waren weggelegd voor april en mei met 3,0 en 2,2 graad. De verdeling over de seizoenen:
WINTER 3,7 (+0,2 graad)
LENTE 7,7 (-1,8 graad)
ZOMER 17,6 (+0,4 graad)
HERFST 11,7 (+1,0 graad)
NEERSLAG
We beleefden eindelijk weer eens een ouderwets nat jaar en dat was sinds 2012 niet meer voorgekomen. In onze regio kwam de jaarsom van de neerslag uit op maar liefst 1034,1 mm tegen ongeveer 924 mm gebruikelijk. Vorig jaar kwam er 878,8 mm naar beneden en in 2019 was dat 932,1 mm. De maand met de minste neerslag werd september. Er viel 32,3 mm. Aan de andere kant van de medaille prijkten mei met 122,2 mm en december 2020 met 117,2 mm. Van de 12 maanden waren er 8 aan de (veel) te natte kant, te weten december 2020, januari, april, mei, juni, juli, augustus en oktober. Maart gedroeg zich vrij normaal en de rest was veel te droog. Wat betreft de seizoenen waren de winter, de lente en de zomer veel te nat en kreeg de herfst het predicaat veel te droog.
ZONNESCHIJN
Voor wat we gewend waren viel het aantal uren zonneschijn flink tegen. In het oosten van Friesland scheen ze 1699 uren en zo weinig uren hadden we sinds … 2002 (1603 uren) niet meer meegemaakt. Vorig jaar scheen het hemellichaam maar liefst 1964 uren. Normaal is 1757 uren. De zonnigste maand van dit jaar werd juni met 251 uren, gevolgd door april met 216 uren. Het minst scheen de zon in december 2020, namelijk 36 uren. In december 2020 (24 uren), maart (11 uren), mei (53 uren), juli (17 uren) en augustus (38 uren) werd een negatieve afwijking vastgesteld en de rest van de maanden was (vrij) normaal tot (veel) te zonnig. Juni tekende een overschot op van 46 uren en april 19 uren. De verdeling over de seizoenen:
WINTER 220 ( 4 uren te veel)
LENTE 525 (45 uren te weinig)
ZOMER 622 ( 9 uren te weinig)
HERFST 332 ( 4 uren te weinig)
CIJFERS JAAR 2021
DATA WeatherLink DRACHTEN-W
Tekst: Jelle Booi